Het coronavirus houdt ons ondertussen al meer dan een jaar in zijn greep. Dat heeft een grote impact op heel wat aspecten van ons dagelijkse leven, en op het onderwijs. In onze reeks ‘Lessen uit corona’ laten we een aantal mensen uit de schoolpraktijk aan het woord over wat zij meenemen uit het afgelopen jaar. Deze week is het de beurt aan Annelies Moens, leerkracht economie, bedrijfseconomie en mens & samenleving in Mater Dei Brasschaat. Welke lessen trekt zij uit de coronaperiode?
1. De digitale sprong voorwaarts
We kunnen er niet om heen: op digitaal vlak hebben we gigantische sprongen voorwaarts gemaakt. Anderhalf jaar geleden hadden we het niet kunnen bedenken, maar vakvergaderingen, oudercontacten, besprekingen met pedagogische begeleiders, CLB-medewerkers of vertegenwoordigers van uitgeverijen worden nu allemaal digitaal georganiseerd – en wat verloopt dat (behoorlijk) efficiënt. Ik veronderstel dat het in de toekomst een en-en-verhaal zal worden: dan eens live afspreken, dan een keertje digitaal. Dat willen we niet meer terugdraaien. Ook de vele digitale mogelijkheden om te werken met de leerlingen zijn nu duidelijk geworden en dat is een zeer mooie aanvulling naast de klassiekere werkvormen of leermiddelen.
We mogen echter niet uit het oog verliezen dat niet alle leerlingen en collega’s even digitaal vaardig zijn. Het mag geen evidentie zijn dat iedereen wel mee kan, want dat is zeker niet het geval. We moeten aandacht hebben en ondersteuning bieden aan diegenen die het nodig hebben. Die fameuze ‘digisprong’ moeten we samen nemen, zodat het ook echt een meerwaarde wordt voor iedereen.
2. De rol van de leraarskamer
Daarnaast is me ook duidelijk geworden wat een cruciale plaats de leraarskamer is. Uiteraard is het een plaats om samen gezellig je boterhammen op te eten, te praten over koetjes en kalfjes of te ventileren over een moeilijke klas. Maar het is ook een plaats waar oplossingen gezocht worden.
Bijvoorbeeld: een bepaalde leerling is vaak niet in orde of afwezig. Wanneer een collega dat beaamt, beginnen we spontaan te brainstormen over hoe we het kunnen aanpakken. We stellen een plan op, briefen dit aan de collega’s en gaan ermee aan de slag. Kortom, we vatten de koe bij de hoorns. Lang heeft het niet geduurd, maar voor die leerling kan het een wereld van verschil betekenen.
Of, een ander voorbeeld: ik wil graag starten met Bookwidgets, maar ik begrijp het nog niet zo goed. Een collega vraagt of ik even tijd heb en laat me zien hoe ik het moet doen. Een halfuurtje later ben ik in mijn nopjes, want ik heb iets nieuws geleerd en ben helemaal mee.
Al deze momenten heb ik heel erg gemist tijdens de onlinelessen thuis. Het is heel fijn om op zo’n productieve manier samen te werken in de leraarskamer. Aan directies om van dit lokaal een aangename, gezellige werk- en babbelplaats te maken zodat er veel ideeën kunnen opborrelen en acties tot stand kunnen komen.
”Nooit eerder, in mijn carrière van 17 jaar, was het me zo duidelijk dat ik als leerkracht echt het verschil maak voor alle leerlingen.
Annelies MoensLeerkracht Mater Dei Brasschaat
3. Het belang van contactonderwijs
Leerlingen zijn opgegroeid met schermpjes en beelden, maar ondanks die digitalisering is de afgelopen periode gebleken hoe belangrijk het is om in een echt klaslokaal les te geven. Bij het lesgeven gebruikt een leerkracht alle zintuigen, en die zijn nodig om tot echt leren te komen. De leerkracht die rondloopt in de klas, alles ziet, eens lacht, een kleine persoonlijke vraag stelt of een opmerking geeft, dat is wat (de meeste) leerlingen nodig hebben. Nu we opnieuw bijna voltijds op school zijn, merk ik dat de drive er bij de leerlingen weer in zit, dat er vlot gewerkt wordt en dat de resultaten beter zijn.
Nooit eerder, in mijn carrière van 17 jaar, was het me zo duidelijk dat ik als leerkracht echt het verschil maak voor alle leerlingen. Leerkrachten zullen niet vlug vervangen worden door computers of robots en dat is maar goed ook!