Het coronavirus houdt ons ondertussen al meer dan een jaar in zijn greep. Dat heeft een grote impact op heel wat aspecten van ons dagelijkse leven, en op het onderwijs. In onze reeks ‘Lessen uit corona’ laten we een aantal mensen uit de schoolpraktijk aan het woord over wat zij meenemen uit het afgelopen jaar. Deze week is het de beurt aan Mattias Paglialunga, directeur in het Sint-Jozefscollege in Aarschot. Welke lessen trekt hij uit de coronaperiode?
-
Inzetten op digitale tools
De integratie van digitale tools is door afstandsonderwijs nog dringender geworden. Wij bieden een krachtige hybride leeromgeving waarin afstandsleren een belangrijke plaats heeft, maar waarin we vooral inzetten op ons laptopproject en andere digitale educatieve middelen. Dat denkproces kreeg een serieuze stimulans na een jaar onderwijs vanop afstand. Ook het draagvlak bij leerlingen en ouders is toegenomen. Ons laptopproject heeft in de regio geen verantwoording meer nodig, het wordt gezien als een essentieel onderdeel van onze pedagogische en didactische aanpak.
-
Inzetten op digitale competenties
Leerlingen moeten digitale competenties verwerven die aansluiten op de kennis van de 21ste eeuw en die passen in de Europese digitale agenda. Dat klinkt veelbelovend, maar hoe maak je het concreet? Afstandsonderwijs bevorderde uiteindelijk de praktische toepassing ervan in de klas. Zaak is nu om deze digitale competenties ook echt te bekijken als een manier van onderwijs, in plaats van alleen als leerplandoelstellingen rond ICT. We werken aan een instrumentele ICT-visie met dit pedagogische doel — de competentievorming — als rode draad. Ook thema’s als mediawijsheid, netetiquette en een zinvolle balans tussen schermtijd, beweging en fysiek onderwijs komen het best aan bod.
-
Ook na corona inzetten op digitale werkorganisatie
Onderwijs kan ook in de toekomst deels vanop afstand verlopen. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld van thuis uit aan een groepsopdracht werken. Een verkouden scholier, iemand op krukken of een externe spreker hoeft niet per se fysiek aanwezig te zijn in de klas. Maar ook ouders, personeelsleden en de directie halen er voordeel uit. Laat oudercontacten, gesprekken met een psycholoog, tussentijdse klassenraden en vergaderingen virtueel plaatsvinden. Idem dito voor onverwacht overleg na de werkuren, bijvoorbeeld voor crisiscommunicatie.
De uitdaging blijft wel om de digitalisering optimaal te laten renderen. Je moet deze ontwikkeling op een effectieve manier aanpakken, zodat je nog altijd de doelen behaalt. Daarnaast is efficiëntie een belangrijke factor, want het is de bedoeling dat de werkbelasting vermindert en dat leerlingen hun studieproces zelf in handen nemen. Dat zit nu niet helemaal goed. Zo is bij ouders de vraag naar directe feedback toegenomen. We blijven zoeken naar een goed evenwicht in de werkorganisatie van leraren en zorgen ervoor dat feedback en feedforward — waarbij gekeken wordt naar wat gewenst is in de toekomst — hun doel niet missen.
”De uitdaging blijft wel om de digitalisering optimaal te laten renderen. Je moet deze ontwikkeling op een effectieve manier aanpakken, zodat je nog altijd de doelen behaalt.
Mattias PaglialungaDirecteur Sint-Jozefscollege Aarschot